Gedrag begrenzen zonder fysieke correctie – met gevoel én structuur
Een hond opvoeden betekent niet alleen aanleren wat wél mag, maar ook begrenzen wat níet de bedoeling is. Dat kan gelukkig prima zonder fysieke correctie. Sterker nog: bij gevoelige rassen zoals de Schotse Collie en de Sheltie werkt een zachte, consequente aanpak vaak veel beter. Deze honden zijn van nature fijngevoelig, gericht op hun begeleider en hebben een scherp oog voor non-verbale signalen.
Bij zulke honden is het meestal helemaal niet nodig om stemverheffing of harde lichaamstaal te gebruiken, laat staan fysieke correctie. Sommige zijn zelfs zó gevoelig dat een korte blik, een andere gezichtsuitdrukking of het wegnemen van aandacht al genoeg is om duidelijk te maken dat hun gedrag niet wenselijk is. Door deze natuurlijke gevoeligheid kan een harde aanpak juist schade doen aan het vertrouwen en de samenwerking tussen hond en eigenaar.
Wat werkt dan wél?
-
Structuur en voorspelbaarheid: Zorgen voor duidelijke regels in huis en tijdens wandelingen. Altijd het zelfde op dezelfde manier. Dit voorkomt verwarring en onzekerheid.
-
Consequent zijn: Wat vandaag niet mag, mag morgen ook niet. Inconsistente signalen leiden tot onduidelijkheid en frustratie. En frustratie is een zeer zwak punt voor Ian
-
Duidelijke signalen: Gebruik je lichaamstaal, stemgeluid en mimiek bewust. Een rustige maar stellige houding maakt vaak al indruk genoeg.
-
Gedrag ombuigen: In plaats van te straffen, een alternatief bieden of aanleren wat wel mag.
-
Rustig ingrijpen: Moet je toch ingrijpen, dan altijd kalm zonder boosheid. De meeste honden leren het best als ze zich veilig voelen, óók als ze gecorrigeerd worden.
Voor gevoelige hondenrassen is deze aanpak niet alleen vriendelijker, maar ook effectiever. Ze willen graag samenwerken en doen hun best om het goed te doen – als ze begrijpen wat er van hen verwacht wordt. Door grenzen duidelijk en liefdevol aan te geven, creëer je een veilige leeromgeving waarin je hond zich kan ontwikkelen tot een stabiele, zelfverzekerde metgezel.
Maar Ronald weet beter !
Hij heeft letterlijk propaganda gevoerd voor het fysiek corrigeren en was overtuigd dat Ian beter af was geweest als ik hem fysiek had gecorrigeerd voor zijn uitvalgedrag. Dat betekend dus dat ik hem al vanaf zijn negen weken, zonder dat ik er al een innige band mee had opgebouwd, moest corrigeren. Zonder dat hij eerst de kans had gehad om te kunnen leren wat wel de bedoeling was. Een pup kan geen fouten maken, zolang niet is geleerd wat wel wordt verwacht. En zo heb ik het opgebouwd.
Eerst heeft Ronald uitgelegd wat in zijn ogen corrigeren was. En daar is al zoveel conversatie rond gevoerd (en veel dezelfde dingen herhaalt) dat het te veel is om deze conversaties hier neer te zetten. Daarom citeer ik slechts fragmenten uit gesprekken.
Dit was volgens Ronald corrigeren :
Een leraar corrigeert je proefwerk, als iemand iets verkeerd zegt of doet corrigeer je hem, als je een fout heb gemaakt corrigeer je dat.
Als je je hond iets doet wat jij niet wil en je zeg nee en de hond stopt is dus ook een correctie
Op deze manier geformuleerd lijkt dat aannemelijk en logisch. Het lijkt dan ook mild, wat overeenstemt met hoe ik begrenzen zie. Ik reik van mijn kant dan ook wat beeldmateriaal aan om duidelijk te stellen hoe ik het zie.