Oud worden is elkaar opnieuw aftasten en leren begrijpen 

 

 

 De eerste tekenen waren subtiel: Ian werd een beetje strammer in het lopen.  Minder actief ook.  Al snel werd duidelijk dat hij beginnende artrose had. Maar wat me nog meer opviel, waren veranderingen in zijn gedrag die niet direct te verklaren leken. Hij reageerde ineens niet meer op bepaalde signalen. Dingen die ik hem vroeg — commando’s die hij jarenlang feilloos had uitgevoerd — leken hem te ontgaan. In het begin dacht ik dat hij koppig werd, maar al snel begreep ik dat er iets anders speelde.


Zijn gehoor begon achteruit te gaan, net als zijn zicht in het donker. Vooral tijdens avondwandelingen merkte ik dat hij zich anders ging gedragen. Ooit was hij een hond met een uitstekende recall, altijd alert en gericht op contact. Maar op een avond gebeurde er iets wat me diep raakte: hij liep van me weg, raakte in paniek en vond me niet meer terug. Hij hoorde me niet roepen, en in het donker zag hij me waarschijnlijk ook niet goed meer. Zijn angst en verwarring in dat moment maakten duidelijk hoe kwetsbaar hij was geworden.


Thuis merkte ik het ook. Hij sliep soms zó diep, dat hij niet eens doorhad dat we thuis waren gekomen. De wereld om hem heen werd steeds stiller, en dat had invloed op zijn gevoel van veiligheid — vooral buiten. Hoewel hij jarenlang met plezier los liep, begon hij zich tijdens wandelingen onzeker te gedragen. Hij leek niet goed meer te weten waar het geluid vandaan kwam of wat er om hem heen gebeurde.


Om hem te helpen, ben ik hem opnieuw aan de lange lijn gaan leren lopen. Niet om hem te beperken, maar juist om hem houvast te geven. Die zachte verbinding tussen ons gaf hem rust en richting. Hij hervond zijn vertrouwen, liep weer met meer ontspanning, en durfde opnieuw om zich heen te kijken. Het was mooi om te zien hoe zo’n eenvoudige aanpassing hem hielp om zich zekerder te voelen in een wereld die langzaam veranderde.