IK BEN DUS (TE ) POSITIEF ???

 

Toen ik in juli 2011 besloot Ian’s training (met Anouck) te stoppen, ben ik zelf wat gaan knoeien.  En ja, dat was in het begin echt wel.   Ik heb veel foute dingen gedaan.   Maar ook snel begrepen wanneer zaken niet klopten.   Eén ding heb ik echter nooit gedaan en dat is ongewenst gedrag negeren.   Als dat zo was geweest was Ian jarenlang met zijn problemen blijven zitten.    

 Ik ben niet op mijn lui gat blijven zitten.  Ik zocht oplossingen en mogelijkheden die me stapje voor stapje wat verbetering kon brengen.  Ik heb boeken gelezen en het internet afgeschuimd.  Ik heb alles tot mij genomen wat ik dacht dat bruikbaar was.   Er waren veel vernieuwende inzichten.    Daarom bezag ik de hondenwetenschap als hoe het vroeger was (de dominantie theorie) en hoe het nu hoort te zijn.   Opvoeding met het welzijn van de hond op de eerste plaats.  

Uit de boeken van Ceasar Millan haalde ik zijn specifieke wandelstructuur.  De discipline die hij toepaste bracht honden vaak innerlijk weer in balans.   Balans die er toe bij kon dragen dat de honden beter trainbaar waren.   Iets wat ik onmiddellijk kon rijmen met de problematiek van Ian.   In fase van opwinding, opgekropte energie en frustratie was Ian immers totaal niet bereikbaar.   Er zelf mijn ding mee gaan doen gebeurde niet in drie weken.   Het was plantrekkerij en een kwestie van uitzoeken hoe ik dit op maat van Ian kon gaan toepassen.   Het werd uiteindelijk dan ook iets totaal anders dan hoe Ceasar het beschreef.     Maar zijn visie heeft me wel op het juiste been gezet.  Ook heeft hij mij de ogen geopend van wat je eigen energie doet met de energie van de hond.   Er moest wel degelijk ook aan mezelf gewerkt worden.  

Geen enkel moment heb ik mij afgevraagd in welk hokje Ceasar Millan  thuishoorde.   Correcties worden in zijn boek ook duidelijk omschreven als iets wat onder deskundige begeleiding en weloverwogen dient te gebeuren.  Ik zag niet echt zaken waarvoor ik het nodig had.   Waarom zou ik me er dan in gaan verdiepen ?   

Achteraf zou Ceasar Millan bakken vol kritiek krijgen voor zijn manier van corrigeren en ik denk inderdaad soms niet geheel onterecht.  Ik heb de indruk dat hij zich in de loop van tijd wat milder is gaan opstellen en ook modernere technieken gebruikt.    Heel wat (gebalanceerde) trainers zijn achteraf bij hem in de leer geweest, en dat was niet om te leren hoe ze een hond moesten corrigeren.    Helaas willen mensen enkel het corrigeren van caesar Millan zien, en prijzen hem ook om die reden.    Wanneer je zijn boeken leest, ontdek je je leiderschap niet haalt uit het hard optreden.    

Hoewel zijn wandelstructuur absoluut te ver doorgedreven is voor een hond als Ian, heb ik er echt mijn profijt uit gehaald.     Dat in combinatie met impulscontrole, het beheersen van je eigen energie, het smeden van een "positieve" relatie en het trainen onder stressniveau bracht mij met Ian naar een hoger level.      De cirkel was rond.     Het feit dat Ian meer in balans was, kwam zijn motivatie en leervermogen ten goed.  Er was meer aandacht en ook de recall kon naar een top niveau worden gebracht.  

Ian's aanpak was dus een allegaartje van verschillende invloeden.    Want vooral ook personen als Monique Bladder en Lotte van Hondenlot wisten mij te overtuigen van bepaalde interessante inzichten.     Het boek "stress bij honden" was voor mij het laatste stapje om Ian te doorgronden.    En wie begrijpt, kan er steeds beter naar handelen.        

Ik heb mijn aanpak altijd als positief benoemd.   Positief omdat dit voor mij gelijk staat aan het verwerpen van de dominantie theorie.  Positief, maar niet volgens de visie die Ronald van positief had.   Toen Ronald mij probeerde wijs te maken dat positief trainen stond voor positief gedrag belonen en ongewenst gedrag negeren vond ik dat extreem tegenstrijdig met mijn eigen logica.  Zelfs het kleinste kind weet dat veel wangedrag zelfbelonend is, en dus toeneemt als je het negeert.    Maar mijn beredeneringen gingen in dovemansoren.   Ik kan al lang niet meer bijhouden hoe vaak ik Ronald er op heb gewezen dat ik ongewenst gedrag nooit heb geaccepteerd.    Ian was nog een pup toen ik er al een deskundige bij heb gehaald.   Niet om me te laten vertellen dat het vanzelf wel zal overgaan als ik het zou negeren.    

Ronald blijkt helaas slecht te zijn in luisteren en de dingen juist te begrijpen.   Er is uiteraard wel wat intellect nodig om van het hokjesdenken af te kunnen stappen.   Automatisch was ik dus degene die verantwoordelijk was voor het verknoeien van mijn hond.  Sterker nog.   Het werd me zelfs persoonlijk ten laste gelegd dat mensen positief trainen.    Alsof het mijn eigen methode was die ik andere had opgelegd.    Ja, het ging extreem ver.    Hij nam de strijd tegen positief trainen serieus en geloofde dus echt dat alle problemen veroorzaakt werden door positief trainen.  

Als het dan echt persé een hokje moet zijn, dan zie ik me eerder in de grijze zone tussen positief en gebalanceerd.    En ook dat blijkt te bestaand.   Het zogenaamd welzijns gericht trainen en opvoeden.   Effe een vergelijking : 

Puur positieve opvoeding versus welzijnsgerichte opvoeding.

Positieve opvoeding. Daarmee bedoelt men dus :  gewenst gedrag belonen en ongewenst gedrag negeren. Het idee erachter is dat de hond leert wat wél loont, zonder negatieve ervaringen. Dit klinkt mooi in theorie, maar in de praktijk loop je snel tegen heel wat grenzen aan.   Grenzen waar ook ik mee te maken had. 

Zoals eerder benoemd is veel ongewenst gedrag zelfbelonend.   Denk maar aan blaffen naar voorbijgangers, achter verkeer aan gaan, opspringen tegen mensen.    Als je dat gedrag negeert, wordt dat gedrag juist erger.   In zulke situaties werkt puur positief dus echt niet altijd, en kan het voor de hond zelfs verwarrend of frustrerend zijn.

Daarom is er ook de welzijnsgerichte opvoeding. Dat betekent dat de hond niet alleen leert via belonen, maar dat er ook duidelijke grenzen zijn. Grenzen geven houvast en veiligheid, zeker voor gevoelige honden. Corrigeren hoort daarbij, maar niet in de zin van zwaar fysiek straffen. Een welzijnsgerichte correctie kan zo eenvoudig zijn als:

  • gedrag kort onderbreken,
  • een alternatief vragen dat wél wenselijk is,
  • duidelijk maken wat niet de bedoeling is, zonder de onderlinge band te schaden.

Hoe ?  Je kan een hond een teken, een verbaal woord of een geluid vooraf aanleren dat je hiervoor kan gebruiken.  

Dat betekent dat je een neutraal signaal – bijvoorbeeld “eh-eh”, “ho” , “neen” of een kort handklapje of ander geluidje– aan de hond leert koppelen aan: “stop, dit gedrag is niet gewenst.” Het is dus een vooraf aangeleerd stopteken. Het signaal zelf is niet per se onaangenaam, maar krijgt betekenis omdat jij er steeds consequent opvolgt met: onderbreken, alternatief aanbieden of begrenzen. De hond leert: “als ik dit hoor, moet ik even iets anders doen.”   Ook de spanning van de leiband, die je bewust gaat gebruiken, kan ingezet worden als een signaal dat de grens is bereikt.   Je kan een hond een huislijn aandoen en hem wegleiden, naar zijn plaats brengen of in zijn gedrag stoppen.   

Als zulke zaken voor je hond werken, waarom zou je dan nood hebben aan zware fysieke correcties ?  Verder gaat het er volgens mij gewoon om hoe mensen corrigeren interpreteren.    En dat doe je niet aan de hand van een verklarend woordenboek.  

Voor mij staat het welzijn van de hond voorop.   Je houdt rekening met zijn emoties, gevoeligheden en motivatie. Je corrigeert dus niet uit boosheid of dwang, maar om richting te geven, zodat de hond zich veilig voelt en kan leren wat past in onze wereld.

Zo ontstaat er een evenwichtige opvoeding waarin de hond zich gesteund voelt en zich kan ontwikkelen tot een stabiele, gelukkige metgezel.